Maximiliaan steunt slachtoffers dijkdoorbraak
Sinds de twaalfde en dertiende eeuw kampte Holland met een groot probleem: de dreiging van het water nam enorm toe. Het binnenmeer dat op de plek van het huidige IJsselmeer ligt, raakte verbonden met de Noordzee: de Zuiderzee was ontstaan en het water steeg. Tot overmaat van ramp daalde ook de veengrond van Noord-Holland door inklinking (door het afgraven van veen daalde het land). Hierdoor kwam Noord-Holland steeds verder onder de waterspiegel te liggen. In de eeuwen daarna bouwden de Noord-Hollanders veel dijken om het water tegen te houden. Aan deze dijken werden door de overheid allerlei eisen gesteld.
De dijkgraven controleerden de dijken regelmatig. Toch ging het wel eens mis. In 1509 was er door een storm een grote dijkdoorbraak in het noorden van Holland. Bij deze heftige storm waren ook enkele dorpen en polders overstroomd en beschadigd. In dit document staat dat Maximiliaan, heer van de Nederlanden, de Noordercoggen vrijstelde van het meebetalen aan een belasting. De Noordercoggen waren een soort waterschappen die de bevolking tegen het water beschermden. Doordat de Noordercoggen geen belasting meer hoefden te betalen, zouden ze geld overhouden waarmee ze de dijken konden herstellen. In dit document legde een ambtenaar van de Noordercoggen die belastingregeling vast. De tekst is trouwens een kopie uit 1719: het origineel komt uit 1509.
Benieuwd naar de middeleeuwse tekst? Gebruik dan de ‘transcriptietool’ om het handschrift per regel te ontcijferen.