De put van Willibrord
In het jaar 690 stak de Engelse monnik Willibrord met twaalf metgezellen de Noordzee over om de Nederlanden te bekeren tot het christendom. Hij probeerde eerst de zuidelijke Nederlanden te bekeren, totdat de christelijke Franken Utrecht en Holland veroverden in 695. Daarna benoemde de paus Willibrord tot bisschop van Utrecht en leider van de Friese bekeringsmissie. Maar Willibrord had niet veel succes met het bekeren van de Hollanders en Friezen. Dit kwam vooral omdat de heidense, Friese koning Radboud Utrecht en Holland tussen 714 en 719 bezette.
Na 719 kon Willibrord pas beginnen met het kerstenen (christelijk maken) van de Nederlanden. Hij richtte hiervoor vijf kerkjes op in Vlaardingen, Oegstgeest, Velsen, Heiloo en Petten. In Heiloo kregen Willibrord en zijn metgezellen volgens de legende dorst. Willibrord sloeg met zijn staf op de grond en op wonderbaarlijke wijze ontstond er een bron op die plek! Volgens de legende. In een andere versie groef Willibrord een kuil, die na een gebed vol water stroomde.
Bij de Witte kerk van Heiloo staat nog steeds een put op de plek waar Willibrord in de achtste eeuw een bron liet ontspringen. Volgens de gelovigen had de put genezende krachten. Of Willibrord zelf ooit daadwerkelijk in Heiloo is geweest, is niet te zeggen. Er zijn geen bronnen uit de tijd zelf bewaard. Willibrords volgeling Bonifatius heeft wel in het Kennemerland gepredikt.
Op de foto zie je de put op de plaats waar Willibrord zijn bron sloeg. Op de tweede foto zie je ook het Witte Kerkje van Heiloo: naast de put werd namelijk een kerk gebouwd.
Op de derde foto wordt de putdeksel getoond.