Alkmaar krijgt stadsrechten
Op 11 juni 1254 reisde een delegatie van Alkmaarders naar Leiden waar Willem II verbleef. Hij was de graaf van Holland & Zeeland en koning van het Heilige Roomse Rijk. De Alkmaarders kregen van Willem II het felbegeerde stadsrecht, waar zij lang op hadden gewacht. De stad Alkmaar was in de voorafgaande periode namelijk uitgegroeid tot een regionaal handelscentrum met een behoorlijk aantal inwoners. Om die reden hadden de Alkmaarse stadsbestuurders zelf om stadsrechten gevraagd.
Alkmaar kreeg door het stadsrecht meer autonomie: de stadsbestuurders konden meer zelf bepalen, zonder dat de graaf zich ermee bemoeide. Ze konden bijvoorbeeld zelf regels en wetten maken. De graaf verloor zo dus wat macht, maar ging toch akkoord. Hij kon de militaire steun van de Alkmaarders goed gebruiken, dus hij wilde de stad aan zijn kant houden. Graaf Willem was namelijk in een machtsstrijd verwikkeld met de West-Friezen, die ten noorden van Alkmaar woonden. En hij voerde ook nog eens oorlog met de Vlamingen in het zuiden.
Op de afbeelding zie je een Latijnse kopie van het stadsrecht. Het stadsrecht zelf komt uit 1254, deze officiële kopie uit 1463. In de kopie staan alle 62 bepalingen die door het stadsrecht werden geregeld. In het pdf is een modern Nederlandse vertaling te vinden van deze 62 punten. Een van deze punten was dat je slechts poorter(burger) van Alkmaar kon worden als je trouw beloofde te zijn aan het stadsbestuur en 8 penningen betaalde aan de ambtenaren. Op de tweede afbeelding zie je het zegel van de abt van Egmond: hij was aanwezig toen het stadsrecht werd gekopieerd en zorgde met dit zegel dat de kopie officieel werd. De derde afbeelding is een eerdere kopie van het stadsrecht: deze kopie komt uit 1325. De zegels die hieraan waren bevestigd, zijn verdwenen.
Meer informatie over de stadsrechten van Alkmaar? Klik dan hier.