Geloof en gilden
In de middeleeuwen gingen bepaalde beroepen zich verenigen in gilden. Gilden waren organisaties in middeleeuwse steden van mensen met een bepaald beroep, zoals bakkers, vissers, leerlooiers, kleermakers, goudsmeden of schutters. Schutters waren burgers die hun stad of dorp beschermden tegen aanvallen en zorgden dat de rust en veiligheid in hun woonplaats bewaard werd.
De gilden zorgden ervoor dat de prijzen en kwaliteit van hun producten hoog bleven. De gilden organiseerden ook feesten en banketten voor hun leden. Hier ontmoetten veel mensen met hetzelfde beroep elkaar. Een gilde was ook een sociaal vangnet: zo werden zieke gildeleden en weduwen van overleden gildeleden vaak geholpen.
Ieder gilde had een beschermheilige en een eigen kapel in de plaatselijke kerk. Zo was Anna te drieën de beschermheilige van Alkmaarse kleermakersgilde (dat was de moeder van de heilige maagd Maria). Op deze bron zie je de heilige Anna afgebeeld naast de knipschaar, het wapen van het kleermakersgilde. Anna is afgebeeld op een gewelfrozet: dat is een versiering op het plafondgewelf van een gebouw. Dit rozet is afkomstig uit de gildekapel van het kleermakersgilde in de Grote of Sint-Laurenskerk van Alkmaar. De gildeleden kwamen naar die kapel om te bidden.
