Levensmiddelen op de bon
Dit is een bladzijde uit een plakboek van H. Schrooder uit Oude Niedorp, volgeplakt met heel veel verschillende soorten boterbonnen.
Tijdens de bezetting gebruikte de overheid een distributiesysteem. Hierdoor kon de beschikbare hoeveelheid voedsel eerlijk verdeeld worden. Iedereen moest een persoonsbewijs hebben, dat was een soort paspoort. Daarmee kon je een stamkaart krijgen. Medewerkers van de distributiekantoren hielden op die stamkaart bij wie welke bonnen had ontvangen. In de kranten werd bekendgemaakt welke bonnen er in een bepaalde week geldig waren. Met je bonnen en voldoende geld ging je naar de winkel, in de hoop dat het artikel op voorraad was.
Steeds meer producten waren ‘op de bon’. Al direct in het begin van de oorlog werden brood, bloem, koffie, thee en schoenen gedistribueerd. Daarna volgden in juli ook kruidenierswaren (bijvoorbeeld suiker en kruiden) en boter. In april 1941 waren melk en aardappels aan de beurt en pas in augustus 1943 groenten en fruit.
Voor winkeliers bracht het bonnensysteem veel extra werk met zich mee. Pas als zij de vellen met opgeplakte bonnen hadden ingeleverd, kregen ze nieuwe voorraden. Ook voor huisvrouwen was het een enorm opletten en rekenen. Er waren niet alleen bonnen voor diverse artikelen, maar ook voor verschillende leeftijdsgroepen. En binnen die groepen waren er weer aparte bonnen voor mannen en vrouwen, kleine kinderen, zwangeren, seizoensarbeiders etc.