Een klein lichtpuntje
Jo Schlamilch was hoofdonderwijzer op een basisschool in Barsingerhorn. In het laatste oorlogsjaar, vanaf januari 1945, hield hij in een schriftje een soort dagboek bij. Hij beschreef daarin allerlei onderwerpen waar iedereen in de hongerwinter (de winter van 1944 op 1945) mee te maken had.
Er zijn stukjes over het vervoer (dat er niet meer was), over het maken van suikerbietenstroop, over de centrale keuken waar je eten kon krijgen, de zoektocht naar een kilo tarwemeel, het gebrek aan informatie over wat er in de rest van de wereld gebeurde, de kou en het gebrek aan verwarming, over roken (wat bijna niet meer mogelijk was omdat de sigaretten en sigaren op waren), over het gebrek aan drinkwater, de surrogaten (dat zijn namaakproducten, zie hier), de organisatie van hulp aan Amsterdamse kinderen en de hoopvolle berichten dat bijvoorbeeld op
15 april Groningen was gevallen en de geallieerden westwaarts trokken.
Op de bladzijde die je hier ziet, gaat het over de verlichting. Doordat er een tekort aan brandstof was, konden elektrische lampen niet meer branden.
Hoe gingen Jo en zijn familie hiermee om?