Bonnen voor onderduikers
Een belangrijke taak van het verzet was de zorg voor onderduikers. Er moest een betrouwbaar adres gevonden worden. Soms moest er een vervalst persoonsbewijs komen. In ieder geval moesten er ook bonnen zijn voor voedsel en kleding.
Vanwege de schaarste was bijna alles 'op de bon'. Je had een stamkaart en bonnen nodig om iets te kunnen kopen. Onderduikers hadden die kaart niet en kregen ook geen bonnen. De overheid mocht niet weten waar de onderduikers waren.
De knokploegen van het verzet voerden daarom overvallen uit op distributiekantoren om op die manier aan bonnen te komen.