Een nieuw leven in Australië en Nieuw-Zeeland
In dit artikel uit het Noordhollands Dagblad van 27 juni 1959 doet de provincie-redacteur van de krant verslag van de emigratie van vijftig Noord-Hollanders. Aan boord van het motorschip Johan van Oldenbarnevelt zaten onder andere de gezinnen uit Hoorn, Den Helder, Bovenkarspel, Wervershoof, Enkhuizen, Hoogwoud, Medemblik en de Zaanstreek. Er wachtte hun een lange en onzekere reis.
In die tijd nam het aantal Nederlanders dat naar Australië emigreerde snel toe. De Australische overheid stimuleerde de komst van migranten, terwijl verhuizen naar Amerika juist moeilijker werd. Voor de Tweede Wereldoorlog waren er nog maar weinig Nederlanders naar Australië vertrokken. De reis was lang en duur. Niet iedereen kon het betalen. Tussen 1946 en 1960 ging uiteindelijk dertig procent van de Nederlandse emigranten naar Australië en ongeveer vijf procent naar Nieuw-Zeeland.
Na aankomst in Australië stonden er arbeidsbemiddelaars klaar om de migranten aan werk te helpen. Nederlandse gezinnen hadden het vaak niet makkelijk in hun nieuwe vaderland. Ze spraken de taal niet en zetten hun eigen verenigingen en zelfs een eigen kerk op. Die afzondering zorgde er wel voor dat ze gediscrimineerd werden. Het was soms zo erg dat in de eerste jaren veel migranten weer terug naar Nederland wilden. Maar daar waren geen huizen en geen werk, dus waren ze gedwongen in Australië te blijven.