Een gezin uit Azië
Op dit schilderij uit 1697 zie je op de voorgrond een jongen van kleur met een zilveren dienblad. Zijn naam is Filander. Hij bedient tijdens een maaltijd in Dokkum. Daar was hij via Alkmaar terechtgekomen. Rechtsachter op het schilderij staat een vrouw met een Zuid-Aziatisch uiterlijk. Dat is waarschijnlijk Filanders moeder: Rosette van Sambauwa.
In 1690 kwam Rosette samen met haar echtgenoot Baron de Bengala en hun toen twee jaar oude zoontje Filander naar Alkmaar. Zij waren in Azië tot slaaf gemaakt. Baron was afkomstig uit de regio van de Golf van Bengalen en Rosette van het eiland Soembawa, nu in het zuidoosten van Indonesië. Het gezin was meegenomen naar Nederland door Gualterus Zeeman, een hoge Alkmaarse functionaris van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en zijn vrouw Sara van den Broecke. Het was officieel verboden om mensen in slavernij naar Nederland te brengen. Maar Gualterus Zeeman had op de Kaap de Goede Hoop toestemming gekregen van de VOC om Baron en Rosette – tegen betaling van 68 rijksdaalders per persoon – mee te nemen naar Alkmaar.
Sara van den Broecke trouwde na de dood van Gualterus met Julius Schelto van Aitzema uit Dokkum. Ze nam Rosette en haar kinderen mee naar haar nieuwe woonplaats. Filander zou in Dokkum uiteindelijk carrière maken als hoofd van de politie.