Noodmunt
Tijdens het Beleg van Alkmaar ontstond er al snel een tekort aan zilver en goud in de stad. Hierdoor konden er geen munten meer worden geslagen. Maar geld was natuurlijk wel nodig in het dagelijks leven en om de oorlog te kunnen betalen.
Het slaan van noodmunten was de oplossing.
De noodmunten werden niet gemaakt van zilver of goud maar van tin, een goedkoop materiaal. De munten die in Alkmaar geslagen werden droegen de waarde van een daalder (te vergelijken met twintig euro nu) of een schelling (nu ongeveer zes euro). Na het Beleg konden de munten worden ingewisseld voor zilver en goud. Deze munt was een daalder waard. Om ervoor te zorgen dat de munt zijn waarde behield, is er een ronde stempel op gezet. Dit heet een klop.
Op de munt staat een afbeelding van de Alkmaarse Burcht. Dit is nog steeds het wapen van Alkmaar. Aan weerszijde zijn er een 7 en 3 te zien, het jaar waarin de munt is geslagen. Dit is een originele munt uit de tijd van het Beleg van Alkmaar. Er bestaan ook veel vervalsingen. De munten werden namelijk vaak nagemaakt voor herdenkingen.