Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
In 1784 werd in Edam de ‘Maatschappij van Konsten en Wetenschappen, tot nut van ’t Algemeen’ opgericht. Het had volksontwikkeling voor ogen door vergroting van kennis. Nog steeds houdt 't Nut zich bezig met zaken die algemeen belang dienen, zoals onderwijs, ontwikkeling en maatschappelijke discussie. Ze heeft daarmee een bijdrage geleverd aan de democratisering van Nederland. 't Nut kreeg uiteindelijk door het hele land plaatselijke afdelingen (departementen), zo ook in De Rijp (1789-1793 en 1817-1992).
De leden geloofden in de vooruitgang van mensen en samenleving door onderwijs.
‘t Nut investeerde daarom in (school)boeken en schoolsoorten, met name voor de arbeidersklasse. Er werd voor het eerst geïnvesteerd in het opleiden van leraren door de oprichting van lerarenopleidingen: de kweekscholen.
In deze folder uit 1893 wordt promotie gemaakt voor het stichten van een bewaarschool in De Rijp. Een bewaarschool was bedoeld voor kinderen van 3 tot 6 jaar oud, de voorloper van de kleuterschool dus. We lezen waarom ’t Nut zo’n school nodig vond: jonge kinderen hebben oppas nodig en houden daardoor in arme gezinnen hun ouders – en vooral moeders - af van werkzaamheden die nodig zijn om het hoofd boven water te houden. Met die kinderen op school hadden zij hun handen vrij om de thuissituatie te verbeteren. Een maatregel tegen armoede dus. Daarbij hoefden oudere broers en zussen dan ook niet meer van school gehouden te worden om hun ouders mee te helpen met de kleintjes.
Uiteraard brengt zo’n school de nodige kosten met zich mee. Het landelijke bestuur van ’t Nut betaalde de oprichtingskosten. Met de folder en het inschrijfbiljet roept de commissie van afdeling De Rijp dorpsbewoners op om vervolgens bij te dragen aan de jaarlijkse kosten van de school.