Brief van Franse filosoof Descartes
De Franse filosoof René Descartes heeft in Egmond aan den Hoef en Egmond-Binnen (hoek Abdijlaan-De Krijt) gewoond en gewerkt. Hij onderhield goede contacten met vooraanstaande personen in Nederland.
Naar aanleiding van een rechtszaak over een steekpartij in een herberg in Egmond-Binnen op 6 augustus 1645, schreef Descartes enkele brieven aan hooggeplaatste personen. In een brief aan Constantijn Huygens, die secretaris van de stadhouder was, vroeg hij Huygens om de stadhouder te overtuigen de dader (herbergier Meeus) gratie te verlenen. Descartes vond dat de rechtbank in het uiteindelijke vonnis onvoldoende rekening had gehouden met de omstandigheden waarin het incident had plaatsgevonden. Zo benadrukte Descartes dat Meeus een vriendelijk man was die geen strafblad had. Bovendien had de beste man flinke spanning te verduren omdat hij thuis een ernstig ziek kind had dat elk moment kon overlijden. Daarnaast was het dodelijke slachtoffer (de stiefvader van Meeus) geen prettig persoon omdat hij zijn vrouw en stiefkinderen mishandelde. In de strafmaat waren de omstandigheden volgens Descartes onvoldoende meegenomen en dat moest alsnog worden gedaan.
De brief die we hier tonen is een andere brief, die Descartes op 5 januari 1647 schreef aan Jan van Foreest die lid was van de Hoge Raad. Descartes vroeg Van Foreest een goed woordje te doen bij de Rekenkamer ten gunste van de herbergiersvrouw. Zij had de rechtbank verzocht om niet alle eigendommen van haar man in beslag te nemen, maar een boete op te leggen die zij kon afbetalen. Als zij de herberg mocht houden had ze inkomen om de schulden te betalen en in het onderhoud van haarzelf en haar kinderen te voorzien. Descartes zag dat bij een te zware straf voor Meeus, ook diens vrouw en kinderen de dupe werden. Met zijn brief aan Van Foreest probeerde hij de vrouw dus te helpen.
Uit zijn handelen in deze zaak blijkt het nieuwe denken: in het rechterlijk oordeel en de strafmaat moest niet de letter van de wet worden gevolgd, maar moest ook rekening worden gehouden met de persoon en diens omstandigheden.
Wil je meer weten over de kwestie? Lees er meer over in het artikel Descartes 'de goeye Franschman' (p. 257-267).
Een uitgetypte versie van de tekst en een vertaling in het Nederlands vind je hier.